maandag 30 september 2013

Mijn Franse sfeer (Idee-ontwikkeling)


De kraantjes van twee weken geleden waren het uitgangspunt voor mijn verdere zoektocht naar de Franse sfeer. De volgende collages geven iets weer van mijn associatie met dat sfeertje. 


Warm, buiten, natuur en hout.

Idyllisch - vreedzaam, aantrekkelijk door eenvoud en onschuld.

Het gevoel van vrij zijn, genieten, stilte of rustgevende geluiden als druppelend water en het geluid van voetstappen op een ongelijke landweg bezaaid met bladeren, zand en zaden.


vrijdag 27 september 2013

Excursieverslag #04 Ademloze eerste secondes

01 november 2013
Rachmaninov en Brahms De Doelen Rotterdam

Rotterdams -Philharmonisch Orkest [ muziek]


Met spanning in mijn lijf beleef ik ademloos de eerste seconden van een klassiek concert, uitgevoerd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Het is zo nieuw, mooi en verassend tegelijk dat ik nauwelijks durf te slikken nog te bewegen op mijn stoel. Het is muisstil in de zaal en de goede akoestiek maakt dat elk gekraak of geschuif luid weerkaatst tussen de muren in de grote zaal van de Doelen, het huis van muziek midden in het centrum van Rotterdam. Wat een gemis dat ik dit nooit eerder heb ontdekt!

Op het programma stukken van Rachmaninov en Brahms (Kodály - Galánta-dansen, Rachmaninov - Pagnini-rapsodie en Brahms – Symfonie nr. 2), onder leiding van dirigent Andrés Orozco-Estrada (de frisse jong uitziende man op de foto hierboven). Het stuk van Rachmaninov werd geleid met piano, gespeeld door Masataka Goto. Dit stuk vond ik het mooist. Het had iets romantisch en werd prachtig opgebouwd. De muziek was vloeiend en speels, terwijl de symfonie van Brahms juist alle uiterste bereikte. Dat sprong van klein en zacht naar heel heftig en uitbundig en juist die abrupte overgangen kon ik niet waarderen. Tot mijn verbazing ging de muziek mij niet vervelen. Het kijken naar de musici fascineerde mij nog het meest. Heel mooi was het om te zien hoe alle strijkstokken synchroon danste in de muziek en hoe elk detail helder verstaanbaar was. Ondanks dat geen van alle instrumenten versterkt waren.   


Zonder enige voorkennis nam ik plaats in de grote zaal, voor tachtig procent gevuld met ouderen. Het viel me op hoe vol de zaal eigenlijk zat. Dit in tegenstelling tot vele theaters die het tegenwoordig moeten doen met slechts half gevulde zalen. Voor een beschamend lage prijs van zeven euro werd ik twee uur geamuseerd door het orkest van zeker honderd musici. Dit is dan wel het studententarief. De gewone tarieven variëren tussen 21 euro voor een derderangs kaart en 52 euro voor een kaart in de toprang (Rotterdams Philharmonisch, z.d.). Studenten tot en met 26 jaar en CJP houders (cultureel jongeren paspoort) krijgen behoorlijk veel korting en mogen voor dit tarief plaatsnemen in alle rangen. Het mag wel duidelijk zijn dat het Rotterdams Philharmonisch Orkest graag het jonge publiek ontvangt om hun voor toegankelijke prijzen te laten kennis maken met klassieke muziek. Een goede zet vind ik. Los daarvan moet het gesubsidieerde deel, om dit orkest in stand te kunnen houden, een behoorlijk groot bedrag zijn. Dat bewijst maar weer dat een kunstdiscipline als deze een onbetaalbare aangelegenheid zou worden als overheidssubsidies hier niet meer in tegemoet komen.  

Het concert bestond uit twee delen, afgewisseld met een pauze. Zowel vooraf als tijdens de pauze werd er gratis koffie en thee geschonken. Tevens was de garderobefaciliteit gratis. Voor andere dranken kunnen de bezoekers ook terecht bij de wijnbar of het Doelen Café. Het gebouw van de Doelen heeft een zeer ruime opzet. Bij binnenkomst oogt het als een ruime kubus met hoge ruimtes, waarbinnen aan weerszijde staan- en zitplaatsen zijn ingericht. Door die ruime opzet heb je niet het idee dat er in de looppaden oponthoudt ontstaat. De doorstroom van bezoekers van en naar buiten en in- en uit de zalen verliep soepel. Een nadelig punt is het feit dat achteraf alle gezelligheid en mogelijkheden tot een drankje zich verplaatsen naar het Doelen Café. De gangen en de foyer zelf stroomde binnen een kwartier na afloop totaal leeg. Blijkbaar is het niet de bedoeling dat bezoekers hier nog wat blijven napraten.

Op mijn terugreis naar huis laat ik deze bijzondere ervaring nog eens rustig op mij inwerken. Ik ben in ieder geval om en enthousiast gemaakt om meer van dit klassieke genre te willen ontdekken.

6 november 2013

Door Laura Vooges



Bronnenlijst

Internetbronnen
-Rotterdam Philharmonisch. (z.d.). Bestel Tickets. Geraadpleegd op 6 november 2013, van https://tickets23.ticketmatic.com/addevent.php?a=OUBoHS3DoSw&e=LO0z9Mlg22Y&s=53dH509M12I&l=nl


-De Doelen. (z.d.). Concerten, agenda – Rotterdams Philharmonisch Rachmaninov en Brahms. Geraadpleegd op 6 november 2013, van http://www.dedoelen.nl/nl/concerten/agenda/4141/-rotterdams philharmonisch/rachmaninov_en_brahms/

donderdag 26 september 2013

Tijd verandert Kunst

“Time changes everything except something within us which is always surprised by change.”

(Thomas Hardy, 1840 - Engelse schrijver van romans, Korte verhalen en gedichten)
                                               




Essay #04                               

Vandaag de dag vloeien mijn woorden via mijn vingers over het toetsenbord en verschijnen op het scherm van mijn Acer Aspire 5610. Een manier van werken zoals we die dertig jaar geleden nog niet kende. De vulpen en lijntjespapier zijn vervangen door computergestuurde letters en zinnen en daarmee ontstaan er tal van nieuwe mogelijkheden; met dank aan de technologie. De behoefte dingen vast te leggen is al eeuwenoud, alleen de manier waarop we dat doen verandert steeds. De vraag is, wat gaat er verloren? Wat laten we achter en wat heeft dat dan nog voor waarde?

De komst van de e-reader zorgt voor grote veranderingen in de boekenbranche. Er wordt zelfs gesproken over de consequentie dat het papieren boek op den duur zal verdwijnen. De functie van uitgever, drukkerij en boekenhandel komt onder druk te staan, wanneer vanaf 2010 een forse omzetdaling wordt gemeten door De Koninklijke Vereniging van het Boekenvak (KVB) (z.d.). De toegevoegde waarde van het papieren boek wordt massaal in twijfel getrokken, wanneer voorkeur voor gemak en efficiëntie met de komst van de e-reader voorop komen te staan. De kaft die voorheen de lezer moest prikkelen om het vast te pakken en zich te laten overtuigen lijkt verleden tijd. Storytelling passeert de papieren boekenindustrie en stapt over op een nieuw  - digitaal - medium.

Terwijl ik de expositie van Pixar: 25 Years of Animation bezocht in Asterdam EXPO, werd ik bewust gemaakt van het feit dat technologie de mogelijkheden in kunst ingrijpend verandert. De expositie toont de geschiedenis van het vooruitstrevende animatiebedrijf Pixar Animation Studios en laat zien hoe zij innoveerde met de eerste 3D geanimeerde film Toy Story (Pixar, z.d.). De in 1995 uitgebrachte animatiefilm was wereldwijd een groot succes en bracht ruim 350 miljoen dollar op. Het succes houdt aan met de films A Bug’s Life in 1998, Toy Story 2 in 1999 en Monsters, Inc. in 2001. Terwijl de wereld de nieuwe techniek van 3D animatie met open armen ontvangt, hebben 2D animatiefilms van onder andere Dreamworks en Disney Animation in 2004 te kampen met teruglopende cijfers. Onbewust heeft de technische vooruitgang ertoe geleid dat vele animatiebureaus, die in die tijd nog op de oude manier handgetekende films maakten, hun werk moesten stopzetten. Getalenteerde animators verloren hun baan; om de eenvoudige reden dat het publiek geen interesse meer leek te hebben in 2D geanimeerde films. De animatiebranche zelf wilde geen afscheid nemen van 2D, maar de verandering creëerde een nieuwe markt; waarmee de oude vervangbaar leek.              

Zolang de tijd verstrijkt zal de maatschappij onderhevig zijn aan veranderingen. De technologie blijft zich ontwikkelen en verandert voortdurend het speelveld van kunstenaars. Een quote van John Lasseter, mede-oprichter van Pixar Animation Studios benadrukt dat spanningsveld. The art challenges the technology, and the technology inspires the art (Lasseter, 1957). De verandering door de tijd maakt dat vormen van kunst verloren raken, omdat de technologie ons steeds nieuwe en soms betere alternatieven biedt. De impact is vaak zo groot dat stilstaan geen optie is. Niet om te kunnen overleven. Ik realiseer mij dat meegaan in die stroom van vernieuwing de beste manier is, zonder te vergeten waar we vandaan komen. Het oude en vervangbare krijgt een plek in het verleden en wordt onderdeel van onze kunstgeschiedenis. Maar ondanks alles blijft het verhaal hetzelfde. Enkel de manier waarop we het vertellen en vormgeven zal altijd veranderen.  

Een reactie op The Pixar Story (2007).
Door Laura Vooges



Bronnenlijst

Internetbron
-Goodquotes. (z.d.). Thomas Hardy quotes. Geraadpleegd op 26 september 2013, van http://www.goodquotes.com/quote/thomas-hardy/time-changes-everything-except-somethi
-Koninklijke Vereniging van het Boekenvak. (z.d.). Kerncijfers algemene boeken. Geraadpleegd op 26 september 2013, van http://www.kvb.nl/feiten-en-cijfers/kerncijfers
 -Pixar Animation Studios. (z.d.). About. Geraadpleegd op 26 september 2013, van http://www.pixar.com/about/Our-Story
  
Audiovisuele bron
Iwerks, L. (director, writer) (2007). The Pixar Story, a documentary by Leslie Iwerks. [DVD]. USA: Disney/Pixar


woensdag 25 september 2013

Excursieverslag #03 Pixar films weer uit de kast

24 september 2013 – Pixar: 25 Years of Animation, Amsterdam Expo – Toegepaste kunst (grafisch) / Film

Echt leuk! Deze week bezocht ik in Amsterdam Expo Pixar: 25 Years of Animation. Een openhartige expositie over het ontstaan van het animatiebedrijf en de ontwikkelingen die het heeft doorgemaakt tot aan nu.

De expositie bezocht ik, zoals gezegd, in Amsterdam EXPO (Amsterdam Expo, z.d.). Een tentoonstellingsruimte met een vloeroppervlakte van bijna 3.000 m2. Amsterdam EXPO presenteert voornamelijk internationale exposities die in het buitenland succesvol zijn gebleken. Ook maakt zij plaats voor reizende tentoonstellingen die zich kenmerken door een populairwetenschappelijk en/of historisch karakter. De expositie van Pixar ontving in Oakland Museum of California (OMCA) al meer dan 80.000 bezoekers en is daarmee één van hun best bezochte exposities aller tijden (Oakland Museum of California, 2010).

Als groot fan van Pixar animatiefilms werd ik nieuwsgierig gemaakt door een kennis die enthousiast vertelde over zijn bezoek aan deze expositie. Hij als student animatie en design was gefascineerd geraakt door het verhaal achter dit bedrijf en de totstandkoming van de eerste 3D geanimeerde film. Zijn verhaal overtuigde mij ervan dat ik dit gezien moest hebben en zodoende bezocht ik Pixar: 25 Years of Animation.

Het entreebewijs kostte mij 15 euro inclusief 1 euro transactiekosten bij het online reserveren van mijn bezoek (Amsterdam Expo, z.d.). Het voltarief voor volwassenen bedraagt 16 euro per kaartje. Studenten krijgen wel 1 euro korting maar dat klink wat aan de lage kant. Vooraf digitaal reserveren is eenvoudig en het bespaart tijd bij aankomst van Amsterdam Expo. Kort na de reservering ontving ik een toegangsbewijs per email met daarop een barcode, welke ik uiteindelijk moest gebruiken om zelfstandig de expositie te betreden. Prima georganiseerd en behoefd weinig sturing van personeel. Een minpunt in de eerste vijf minuten van mijn bezoek aan Amsterdam Expo was de verplichte kluis tegen betaling (2 euro). Jassen, tassen, camera’s en eet- en drinkwaren mogen niet mee naar binnen, vandaar de kluisjes. Onnodig dat dit aspect commercieel benut wordt in plaats van te voorzien in een bepaalde service.

De tentoonstelling begint zoals verwacht bij het prille ontstaan van Pixar. Al direct wordt de aandacht getrokken door van klei geboetseerde filmkarakters als Woody en Buzz Lightyear uit de eerste 3D film Toy Story. De meer dan 500 getoonde kunstwerken in de expositie bestaan uit originele modellen, oude animatiefilms, bijzondere animatie-installaties (zoals de Zoetrope), storyboards, schetsen, pentekeningen, schilderijen, pastellen en kleifiguren (Amsterdam Expo, z.d.). Prachtige afbeeldingen en teksten vertellen de geschiedenis. De soms wat lange lappen tekst vragen de bezoeker echt de tijd te nemen om alle informatie in zich op te nemen. De afwisseling van tekst en beeld houdt het interessant.

Het leek precies zou uit te komen dat wanneer ik mijn concentratie verloor om nog een reeks van teksten geduldig door te lezen, er beeldmateriaal werd getoond. Hierop was onder andere te zien hoe bewegingen van karakters via computergestuurde systemen werden ontwikkeld. Tevens werd er een 90 minuten durende biografie van Pixar getoond. Gepresenteerd in een kleine nagebootste bioscoop konden bezoekers hier een deel of het geheel van bekijken. Vanzelfsprekend wilde ik de biografie van begin tot eind zien, maar niets instrueerden mij over de duur van de film of het punt waarop de film op dat moment draaide. Als tip zou ik willen meegeven dit inzichtelijk te maken, zodat bezoekers bijvoorbeeld kunnen inplannen hoelang zij nog de rest van de expositie bewonderen om daarna de biografie vanaf het begin te bekijken. Een biografie leent zich er ook niet voor om halverwege de film in te schakelen met kijken. Ik heb de film op een andere dag thuis nog afgekeken, omdat die 90 minuten plus het anderhalf uur dat je al rondgelopen hebt, het bezoek net even te lang maakt. 
De film was wel een onmisbaar element in de expositie, omdat deze (nog meer dan de andere getoonde werken) laat zien door wie Pixar is grootgebracht en welke tegenslagen en successen er zijn geweest in het ontstaan en uitgroeien van het animatiebedrijf. De interviews met de oprichters, medewerkers en andere betrokkenen zijn leuk om naar te kijken.

Als kers op de taart presenteert de expositie de magische Zoetrope om het publiek te laten zien hoe animatie werkt (hoe bewegende beelden tot stand komen). Een rechtopstaande cilindervormige tafel, bedekt met 18 verschillende miniaturen afkomstig uit de animatiefilms, brengt de kijker in verbazing wanneer de miniaturen tot leven komen zodra de tafel begint te draaien. Een unieke beleving op zich op deze simpel ogende constructie te zien veranderen in een bewegend mechanisme wat je hersens in de war schopt. Op een langzaam tempo was namelijk te zien dat de miniaturen allemaal in een achteruitgaande beweging draaide; tegen de richting in. En zodra het tempo een bepaalde snelheid bereikte leken de poppetjes ineens vooruit te lopen. Een grappige ontdekking.

Kortom, een mooie en complete expositie die bijzondere stukken toont, veel achter de schermen materiaal vrijgeeft en herinneringen van vroeger (van de eerste 3D animatiefilms) opwekt. Grote kans dat bezoekers na het zien van deze expositie, nog eens de dvd’s van Pixar uit de kast pakken om ze nog eens te bekijken.


Bronnenlijst;
  • Amsterdam Expo. (z.d.). Amsterdam Expo. Geraadpleegd op 27 september 2013, van http://www.amsterdamexpo.nl/amsterdamexpo/
  • Amsterdam Expo. (z.d.). Tickets. Geraadpleegd op 27 september 2013, van http://www.amsterdamexpo.nl/tickets/tickets-pixar/
  • Amsterdam Expo. (z.d.). Pixar. Geraadpleegd op 27 september 2013, van http://www.amsterdamexpo.nl/pixar/
  • Oakland Museum of California. (2010). Special extended holiday schedule announced. Geraadpleegd op 27 september 2013, van Http://www.museumca.org/files/uploads/PIXAR-Final_Weeks_Press_Release_0.pdf

maandag 23 september 2013

Excursieverslag #02 Kunst voor de voorbijganger


Excursieverslag #02


17 september 2013 - Call of the Mall , Utrecht – Beeldende kunst (educatie)
  


Call of the Mall Kunst in Hoog Catharijne en Utrecht Centraal


Dinsdagmiddag 17 september 2013 bracht ik samen met alle andere minor studenten een bezoek aan de kunstexpositie Call of the Mall in Utrecht. In het middelpunt van alle drukte – tussen reizigers en winkelende bezoekers - was daar kunst met een grote K. We verzamelden in het centrum van Hoog Catharijne - het Radboudkwartier – waar Barbara en Marthe ons vertelden wat de bedoeling was van dit uitstapje. Gevolgd door een inhoudelijk praatje over Call of the Mall en het ontstaan van het idee door de projectleidster van de expositie (Nienke Martinus).

Hoog Catharijne was ruim 30 jaar geleden het nieuwste en grootste overdekte winkelgebied van Europa. Precies 40 jaar en 1 dag geleden werd Hoog Catharijne officieel geopend door onze toenmalige Koningin Beatrix. Vandaag de dag heeft het overdekte winkelcentrum absoluut niet meer diezelfde waarde als dat het toen had en daarom is de gemeente Utrecht begonnen aan een lang bouwtraject waarin het centrum van de stad compleet vernieuwd wordt.

Een jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met Utrecht centraal en Hoog Catharijne. Voor mijn stage in Driebergen moest ik gemiddeld twee keer per week dit centrale punt doorkruisen. Het voelde heel vertrouwd om een half jaar later daar weer eens rond te lopen. De herinnering die ik heb aan Utrecht centraal en Hoog Catharijne deel ik waarschijnlijk met veel andere reizigers die daar dagelijks het centrum kruisen; namelijk drukte, chaos, opgebroken wegen en paden en veel borden met alternatieve reisinstructies. Eerder een negatieve dan een positieve ervaring zou je denken. Al vind ik persoonlijk die chaos en hectiek op zo’n druk kruispunt juist heel interessant. Als ik dat vergelijk met mijn woonplaats Hellevoetsluis, is dit toch wel de ‘grote’ stad waar het allemaal gebeurt. Ik kijk er mijn ogen uit!

Het idee om kunst tentoon te stellen te midden van het centrum waar momenteel zoveel gaande is, vind ik geweldig. Ik had meteen het gevoel dat de organisatie de expositie Call of the Mall onder andere in het leven heeft geroepen om een positieve ervaring te creëeren voor al die duizenden bezoekers die dagelijks dat centrum kruisen of bezoeken. Heel slim gevonden. Ten tweede vind ik het een goed initiatief om met kunstwerken naar de toeschouwer toe te gaan. Misschien is het bezoeken van een museum wel iets van vroeger. Met deze expositie komt de kunst heel letterlijk naar de toeschouwer toe. Nu konden de reizigers en bezoekers van de nood een deugd maken, wanneer zij tijd moesten doden of naast het shoppen zich aangetrokken voelden tot een kunstwerk en tussendoor even een kijkje gingen nemen. Een prima afleiding.
  



Als ik terug denk aan alles wat ik gezien heb moet ik helaas wel zeggen dat weinig werken mij echt wisten te boeien. Het bezoek was vluchtig en ondanks het leuke aspect van kunst in een winkelcentrum, had dat voor mij tegelijkertijd ook wel een nadeel. Het was bijna een overload aan prikkels door de drukke menigte om je heen, de etalages die voortdurend om aandacht schreeuwen en dan nog de onvermijdelijke geur van eten wat in mijn gedachte steeds het hongersignaal naar boven bracht. Ik kon moeilijk de concentratie vinden om al mijn aandacht op een werk te focussen. Waar ik wel al gelijk van onder de indruk was, was de Troika oftewel de fontein. Ik moet eerlijk bekennen dat het even duurde voordat ik zag dat het een fontein moest voorstellen, want ik was meteen geboeid de constructie en de techniek aan het bewonderen. En met mij alle andere studenten ook. Met z’n allen stonden we daar gelijk heel geboeid naar te kijken en ik herinner mij nog dat de twee meiden die dit tripje hadden georganiseerd nog moeite moesten doen om onze aandacht erbij te krijgen. De Troika was een eyecatcher, dat was het zeker.

Wat mij totaal niet raakte was de expositie genaamd ‘The Enormous Speed of Change’. Deze tentoonstelling vond plaats in een ongebruikt leegstaand kantoorpand op de zoveelste  verdieping van het gebouw. Deze bewust gekozen plaats voor de tentoonstelling trok zich terug van de menigte en moest de twijfel van deze tijd weergeven (economische krimp en recessie). De werken lieten allemaal iets zien over het gevoel van ontworteling – wat ontstaat door de snelle veranderingen in de maatschappij - en het missen van een zekere houvast in de maatschappij.

Zo zag ik bijvoorbeeld deze pop. Een gezicht wat eerder angst dan blijdschap uitstraalde, maar dat zou te verklaren zijn aan de hand van het idee achter deze tentoonstelling. Dit soort werken vertellen mij vrijwel niks. Het roept alleen maar vragen op van ‘wat wil je hiermee zeggen?’ en ‘wat is je punt?’. Onbevredigd loop ik dan weer verder en zeg ik tegen mijzelf dat dit het dus niet is voor mij. Kunst moet wel te plaatsen zijn, vind ik. Daar zijn natuurlijk de meningen over verdeeld, maar als het mij in verwarring brengt vind ik het niet meer leuk en haak ik af.

Zo bekeek ik daar ook een werk wat leek op een klein stapeltje rommel. Helaas heb ik er geen foto van dus ik zal het proberen te omschrijven. Oude schoenendozen – één open en één dicht - oude gymschoenen ernaast en erin gelegd en daaronder een glazen plaat met weer daaronder een tv scherm waarop een niet te duiden filmpje werd afgespeeld. Tja,, als ik daar dan iets te lang naar kijk heb ik het gevoel dat ik in de maling wordt genomen. ‘Dit is toch geen kunst!’. Wel leuk gevonden was de rits die op de glazen plaat was bevestigd, waardoor het leek alsof je de glasplaat zo in tweeën kon ritsen; grappig.


Als conclusie van dit bezoek heb ik ontdekt dat kunstwerken niet al te abstract moeten zijn. Ik wil er iets van kunnen begrijpen. Al is het maar de gedachtegang achter het werk. De locatie was voor mijn concentratie niet ideaal. Ik merk dat ik de tijd wil nemen om dingen te lezen om te begrijpen waar ik naar kijk en daar hadden we in dit geval niet echt de tijd voor. De insteek van Call of the Mall om onder de mensen te komen vind ik vernieuwend en goed. Op deze manier komen ook de mensen die misschien uit zichzelf nooit kunst zouden opzoeken, toch in aanraking met kunst; op een heel toegankelijke manier. Kunst voor de voorbijganger.   

Door Laura Vooges


Bronnen
-Callofthemall. (z.d.). Kunst in Hoog Catharijne. Geraadpleegd op 23 september 2013, van http://www.callofthemall.nl

-Hoog Catharijne. (z.d). Plattegrond. Geraadpleegd op 23 september 2013, van http://www.hoogcatharijne.nl/

zondag 22 september 2013

Kunstenaar de markt op!

Essay #03                                                                   

De betekenis van het woord kunstenaar wordt door Van Dale (z.d.) als volgt omschreven; “iemand die het vermogen bezit kunstwerken te scheppen”. Heel opmerkelijk is de woordspeling die de actualiteit pijnlijk ter sprake brengt, want laat dat nu juist het hele punt zijn waar zoveel om te doen is; namelijk geld. Het woord ‘vermogen’ doelt in deze omschrijving op het hebben van een bepaalde gave, maar ondanks dat is er iets aan de hand met die twee andere termen. Kunst en geld, kunst en commercie; is dat waar kunstenaars anno 2013 aan moeten geloven?  

In de driemaandelijkse uitgave van de landelijke BBK KRANT (Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars), stelt Marianne Versteegh (secretaris van vereniging voor Kunst, Cultuur en Erfgoed Kunsten ’92) in een interview dat er een mentaliteitsverandering nodig is bij kunstenaars. “De belangenvereniging wil een gedegen en op de toekomst gericht kunst- en cultuurbeleid bevorderen waarin de cultuursector een actieve rol speelt” (Kunsten92.nl). Met leden als de Rijksakademie, grote kunstmusea, het Concertgebouworkest, het Nederlandse Danstheater en het BBK zelf, “functioneert Kunsten ’92 als een directe vertegenwoordiger van kunstenaars en instellingen bij de politiek in Den Haag”, aldus Marianne Versteegh. Zij is van mening dat kunstenaars het gesprek moeten aangaan om eenduidig de politiek te laten weten wat voor de beeldende kunst in Nederland noodzakelijk is om hun inkomenspositie te beschermen.

De oproep tot mentaliteitsverandering doet denken dat de huidige mentaliteit van kunstenaars - in deze tijd -  niet meer zou passen. Dat ooit de maatschappij op een bepaalde manier georganiseerd was waarbinnen de ‘oude’ mentaliteit prima leek te werken, maar wat nu frictie veroorzaakt en daarom vraagt om verandering. Om een verandering of aanpassing in mentaliteit te kunnen noemen, is het verstandig eerst te onderzoeken wat men verstaat onder de huidige ‘kunstenaars mentaliteit’. Wat is de manier van denken en voelen bij kunstenaars? (Van Dale, z.d.).

In een aflevering van Kunstpiloten over commercie, gaat Sol Wortelboer (bekend als presentator voor TMF en MTV) het gesprek aan met vijf kunstenaars die ieder een eigen kijk hebben op het maken van kunst en hoe zij daar wel of niet commercieel mee om gaan. (Coolpolitics.nl, z.d.). Een aantal opmerkingen uit deze aflevering die iets zeggen over de ‘kunstenaars mentaliteit’.
Reclameman en fotograaf Erik Kessels (1966) (bekend van de succesvolle reclamecampagnes van onder andere Heineken en Nike) noemt zijn werk als reclamemaker geen vorm van kunst omdat dit volgens hem in opdracht wordt geproduceerd, aan bepaalde richtlijnen moet voldoen en een heel ander doel nastreeft; namelijk winst genereren. Kunst heeft volgens Kessels altijd een verhaal te vertellen.
Menno Baars (1967) (succesvol kunstenaar en cardioloog) geeft niet de voorkeur aan massakunst. Wel vindt hij dat de masse de mogelijkheid moet hebben om zijn kunstwerken te kunnen zien en daarvan te kunnen genieten.
Rapper Steach (Jelle Geluk) en INB (Richard Victorio Cutillo) houden er beide een heel ander standpunt op na. Steach ziet zichzelf als een echte underground rapper en beschouwd zijn werk als een serieuze vorm van kunst. Muziek maken doet hij omdat dat belangrijk is voor hem en het publiek is daarmee zijn enige drijfveer. “Onze muziek is onszelf, ..daar zit onze ziel in. Je gaat je ziel niet verkopen”, aldus Steach. Of er nu weinig of veel mensen houden van zijn werk, dat doet er niet toe; hij doet het in ieder geval niet voor het geld. Hij is het eens met de stelling dat goede hiphop niet commercieel kan zijn. Rapper INB is commerciëler ingesteld. Naar eigen zeggen heeft hij zijn populariteit te danken aan het feit dat hij vooral zichzelf is en muziek maakt vanuit het hart. De kans om daar tegelijkertijd veel geld mee te verdienen wilt hij met beide handen aangrijpen. Hij is het dus geheel oneens met de eerdergenoemde stelling.
De kleinzoon van Gerrit Rietveld (1888) (Nederlandse architect, grafisch ontwerper en meubelontwerper,  bekend van onder andere zijn Rood-blauwe stoel en het Rietveld Schröderhuis), houdt de werken van zijn grootvader in ere door de oude ontwerpen te reproduceren. Volgens hem is dit een vorm van eerbetoon. “Commercie betekent dat er veel geld mee verdient wordt en dat is hier niet het geval” (Egbert Rietveld, 1961).
Jong en talentvol musicus Christiaan Kuyvenhoven (1985) is klassiek pianist en ondernemer. Met zijn organisatie Certo produceert hij klassiek gerelateerde media- en podiumformats van documentaires tot concerten. Hij begon met ondernemen omdat voor hem het artiestenbestaan te eenzijdig was. Hij wilde meer dan alleen het spelen op zich. “Je kunt geld verdienen met kunst zonder de integriteit aan te tasten, maar het moet wel een artistieke meerwaarde hebben; dat is heel belangrijk”, aldus Kuyvenhoven. In de stelling ‘top musicus of ondernemer’ kiest hij voor het laatste, omdat hij vindt dat daartussen nog veel mogelijkheden zitten wat hem uitdaagt om daarmee aan de slag te gaan; als ondernemer.

Uit de opsomming van opmerkingen is niet direct dé mentaliteit van kunstenaars te ontdekken. Met name als het gaat om commercie lopen de meningen uiteen. Dat kunst vanuit het hart ontstaat, een reflectie is van iemand zijn ziel en een verhaal vertelt waar mensen iets van mogen vinden is duidelijk. De kunst die zij maken ontstaat niet of vrijwel nooit vanuit de gedachte er geld mee te willen verdienen; ook al staan sommige kunstenaars er wel voor open om met hun werk commercieel om te springen. Andere vinden juist dat geld wel verdient mag worden zolang de meerwaarde van kunst maar aanwezig blijft of als er maar niet te veel mee verdient wordt. Zoals Marianne Versteegh ook in het interview benadrukt heeft de aanbodgerichtheid – wat kenmerkend is voor de mentaliteit van kunstenaars – ook te maken met het feit dat zij ontwikkelen vanuit een innerlijke drijfveer. Zij hebben een bepaalde gave en willen dat tot uiting brengen en denken daarbij niet in de eerste plaats aan mogelijke doelgroepen en bijpassende marketing. In de commerciële sector – voor de ondernemer - is die doelgroep juist het startpunt, de reden om te creëren en wel op een dusdanige manier dat het goed aansluit bij de wensen en behoefte van de doelgroep. Het uitgangspunt is dus anders.

De kunstenaar kan iets en wil dat tot uiting brengen. De ondernemer ‘ziet’ en gebruikt dat als uitgangspunt. De commerciële kunstenaar moet de markt op! Kom uit het atelier en laat zien wat je in huis hebt. Van afwachtend naar proactief, van tevreden naar vooruitstrevend. Geld is nooit de drijfveer, maar de motor van vooruitgang. Dat is de verandering  - de mentaliteit - die wordt gevraagd van kunstenaars anno 2013. 

Essay n.a.v. interview met Marianne Versteegh van Kunsten '92     BBK KRANT - digitale versie
BBK KRANT juni 2013 - Auteur; Rob den Boer

Door Laura Vooges


Bronnenlijst

Krantenartikel
-Boer, R. den. (2013, juni). Kunsten ’92. BBK KRANT, p. 9-10.   
Internetbron
-Coolpolitics. (z.d.). Kunstpiloten. Geraadpleegd op 22 september 2013, van http://www.coolpolitics.nl/projecten/kunstpiloten/
-Kunsten ’92. (z.d.). Over Kunsten ’92. Geraadpleegd op 22 september 2013, van http://www.kunsten92.nl/
-Van Dale. (z.d.). Gratis woordenboek. Geraadpleegd op 21 september 2013, van http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=kunstenaar&lang=nn#.Uj3iRtK-2QI
-Van Dale. (z.d.) Gratis woordenboek. Geraadpleegd op 22 september 2013, van http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=mentaliteit&lang=nn#.Uj6uw9K-2QI
Audiovisuele bron
-Kunstpiloten. (producent) (2011, april). Die van commercie: aflevering 3. [TV-uitzending]. Den Haag: DenHaagTV.



zondag 15 september 2013

Niets van dat alles!

Essay #02

Schrijf over één specifieke kleur. Zo luidt de opdracht voor deze week. Onderzoek de kleur, wat doet de kleur met je, draag de kleur een week bij je en beschrijf wat er ontstaat. Ik ben nog wat sceptisch over de uitspraak dat na dit proces de kleur violet helemaal mijn kleur zal zijn. Ik ben benieuwd. Ik laat mij verassen en ga braaf op onderzoek uit. Huidige status; nog nul gevoel bij de kleur violet.

Violet, of paars, is mijn uitgangspunt. Terwijl ik zoek naar associaties bij de kleur violet of paars moet ik denken aan de orchidee op mijn kamer. De enige plant die het weliswaar overleeft onder mijn verzorging. Het grootste deel van het jaar is het niet meer dan een kale stengel met wat blad. Maar als hij dan ‘heel soms’ in bloei staat, is het een prachtige paarse verschijning waar ik dan minuten naar kan kijken. Associatie één, de orchidee dus.

Ik merk dat ik begin met het zoeken naar de aanwezigheid van de kleur in mijn directe omgeving en kom er al snel achter dat dat summier is. Op een aantal paarse ondergoedjes na – wat volgens mij stom toeval is  – én mijn met grijs en paars gestreepte badjas, was dat het wel zo’n beetje met alle paarse voorwerpen. Ik besluit mijn zoektocht verder online voort te zetten.

De naam violet brengt mij op het woord ‘indigo’. Volgens de website allesoverkleur.nl staat violet – indigo – voor: kleur van inzicht en discipline. Het woord indigo klinkt wel interessant, maar de eigenschappen ‘inzicht’ en ‘discipline’ kwamen nou niet direct in mij op toen ik dacht aan de kleur paars. Als ik verder lees wordt het steeds zweveriger met zinnen als ‘Violet is de kleur van je voorstellingsvermogen, van magie, van de zieners van de wereld’. Jaja, dat zal allemaal wel, maar dat is helemaal niet de kant waar ik heen wil met dit kleurenonderzoekje. Zo besluit ik verder te googelen naar theorieën over basiskleuren en mengkleuren, om te zien waar de kleur violet uit ontstaat.

Farbkreis van Johannes Itten, 1961

Ik doe een leuke ontdekking als ik de naam Johannes Itten (1888 – 1967) voorbij zie komen, een Zwitserse kunstschilder en ontwerper. Itten blijkt de grondlegger te zijn van de kleurenleer. In 1961 kwam hij met de ‘Farbkreis’ of wel de kleurencirkel met 12 kleuren. Deze kleurencirkel bevat primaire (rood, blauw en geel), secundaire (oranje, groen en paars) en tertiaire kleuren (geeloranje, roodoranje, roodviolet, blauwviolet, blauwgroen en geelgroen) en ontstaan uit een vermenging met elkaar. Conclusie: violet is een secundaire kleur, ontstaat uit de vermenging van rood en blauw. Heel fijn dit te weten, maar wat nu?

Op Pinterest kom ik diverse -  toch wel zweverige – wallpapers tegen van paarse engeltjes en andere figuurtjes in fantasieachtige werelden. Ook doet paars mij denken aan Gothics. Al dragen die hoofdzakelijk zwarte kleding, maar met rode of paarse accenten. Én ik vind ze zweverig. Misschien dat ik daarom paars met Gothics associeer.
  


 Ik schiet in de lach als het lied ‘Purple Rain’ van Prince and The Revolution ineens in mijn hoofd begint te spelen. ‘Paarse regen..’ Prince (Minneapolis, Minnesota, 7 juni 1958) is ook al zo’n bijzondere verschijning. Een Amerikaanse popartiest en muzikant en uit de verhalen die ik over hem lees een getalenteerd en succesvol artiest. Terwijl ik meer over zijn achtergrond te weten wil komen valt mij ineens op dat veel van zijn outfits bestaan uit paarse kledingstukken. Dit maakt mij nieuwsgierig naar de betekenis van het lied. Ik ben benieuwd of paars helemaal ‘zijn kleur’ is of dat hij dit enkel draagt omdat het past bij tekst. Het lied was de titelsong van de film Purple Rain, een Amerikaanse romantische muziekfilm uit 1984. Prince speelde overigens zelf de hoofdrol in deze semi-autobiografische film. De recensies over de inhoud van de film zelf waren niet heel lovend, behalve dan dat de muziek erg indrukwekkend was. Helaas kom ik niet veel verder dan dat ‘Purple Rain’ een uitdrukking is die binnen een bepaalde straattaal iets betekent als wegvluchten uit de realiteit of een makkelijke uitweg kiezen. Zowel in het lied als in de film is zijn tegenspeelster een onbereikbare liefde en als de uitdrukking klopt zou hij graag met haar willen ontsnappen aan de realiteit. Klinkt als een logische verwijzing. Maar wat zegt mij dit over de kleur?

Violet, paars of indigo. Een bloem waarnaar ik met verwonderd kan kijken. Een soort fantasiewereld met magie en gothics. Een harde en uitgesproken kleur. Het heeft ook wel iets uitdagends. Het is excentriek en eigenzinnig. In alle gevallen een bijzondere verschijning. Daarmee bedoel ik, anders dan andere. Anders dan alles wat ik als ‘normaal’ zie of beschouw. Het is een kleur waar iets of iemand zich in kan verstoppen. Misschien wel die ontsnapping aan het alle dagelijkse, het standaard of het ‘normale’. Én in niets van dat alles kan ik mij vinden! De kleur en de associaties hebben niets met mij persoonlijk te maken. Ik voel me er zelfs niet in thuis. Zeker als ik mijzelf moet vergelijken met termen als uitdagend, excentriek of eigenzinnig. Ik ben eerder het tegenovergestelde van dat alles. Wel kan ik vol verwondering kijken. Kijken naar de kleur violet.

Door: Laura Vooges

Nederlands fotomuseum. (z.d.). Over fotografie – Kleur. Geraadpleegd op 12 september 2013, van http://www.nederlandsfotomuseum.nl/nl/over-fotografie/fotografie-dossiers/45-dressuur/94-4-kleur-de-belangrijkste-begrippen
Symbolic Gids. (z.d.). Alternatieve therapieën – Aura. Geraadpleegd op 12 september 2013, van http://www.symbolic.be/?CategoryID=614&ArticleID=1604
Alles over kleur. (z.d.). Uitleg kleurcodes. Geraadpleegd op 12 september 2013, van http://www.allesoverkleur.nl/uitleg-kleurcodes/
Alles over kleur. (z.d.). Indigo. Geraadpleegd op 12 september 2013, van http://www.allesoverkleur.nl/indigo/
Thomas Erlewine, S. (z.d.). All Music – Biography. Geraadpleegd op 14 september 2013, van http://www.allmusic.com/artist/prince-mn0000361393

vrijdag 13 september 2013

Hallo KUNSTgeschiedenis!



Er gaat een wereld voor me open! Nooit eerder was ik zo geïnteresseerd in kunstgeschiedenis als nu. Week 2 van de minor Kunst & Cultuur management zit erop en ik raak nu al niet uitgepraat over dit onderwerp. Het feit dat ik nog NUL kennis heb van dit vak maakt dat ik alles wat ik hoor en leer van docenten en medestudenten als een spons wil opzuigen. Na de les dook ik als een supernerd gretig de mediatheek in want hier moet ik meer van weten!

Volgende week is het aan mij, Suze en Sanne de beurt om een kunstbeschouwing te geven over 'Hofcultuur'. Dus dat thema wordt nu m'n eerste kennismaking. Dus HALLO Da Vinci, Michelangelo en Renaissance! # lezen .. lezen .. en lezen!


maandag 9 september 2013

Waterkraantjes in Frankrijk (Idee-ontwikkeling)

Als uitgangspunt voor mijn idee-ontwikkeling heb ik gekozen voor deze twee foto's. Ik vind dit een typisch Frans plaatje. De foto's zijn genomen in het stadje Orange. Het doet me denken aan de broeierige temperaturen in de zomer, wanneer het water je lokt om er even je handen onder te houden. Het zegt ook iets over de Franse cultuur. De siësta op het heetst van de dag. 

Sinds een tijdje is fotograferen een hobby geworden. Het fotograferen van objecten is wat mij het meeste interesseert. Daarin is het steeds een uitdaging om vanuit verschillende hoeken de foto te nemen, zodat de foto iets anders vertelt.




Kunst raakt door aanraking

Essay #01

Kunstenaar Daan Roosegaarde noemt zichzelf een hippie met een businessplan en maakt naar eigen zeggen technopoëzie. In een uitgebreid interview voor het programma Zomergasten van de VPRO vertelt Roosegaarde over zijn werken waarmee hij de wereld menselijker wilt maken.

De dingen die hij maakt moeten juist aangeraakt worden. De aanraking is een essentieel onderdeel van het object. Dit in tegenstelling tot veel kustwerken die alles behalve aangeraakt mogen worden en juist bewust op een veilige afstand van de bewonderaars worden gepresenteerd. Deze invalshoek van het communiceren met mensen door ze het te laten aanraken én daarmee mensen met elkaar in contact te laten komen klinkt vernieuwend. Roosegaarde gebruikt als het ware fysiek contact met het object om het te laten spreken. Om iets te laten ontstaan. Is dit een poging tot interactie of een bepaalde manier van vormgeven of kunst?  Wat is het nut van de aanraking?




Roosegaarde is onder andere bekend van zijn Intimacy collectie bestaande uit jurken die zijn vervaardigd uit ‘smart foils’, materiaal dat door technologische aansturing plotseling transparant kan worden. Dit ontstaat bij sociale interacties, waarbij de afstand tussen de toeschouwer en draagster van de jurk de mate van transparantie beïnvloed. Hetzelfde gebeurt ook bij blootstelling aan flitslicht van camera’s. Het uitgangspunt van dit project was het onderzoeken van de relatie tussen intimiteit en technologie.
Momenteel werkt Roosegaarde samen met bouwgigant Heijmans aan een project genaamd Smart Highway. Een revolutionaire snelweg waarmee bestuurders aanwijzingen krijgen door middel van lichtveranderingen, zoals lichtgevende belijning en waarmee de connectie van auto en snelweg kan worden gebruikt om bijvoorbeeld elektrische auto’s mee op te laden.




Steeds vaker zijn tentoonstellingen erop gericht meerdere zintuigen te prikkelen dan alleen het zien van kunstwerken. Een Chinese kunstenaar Ai Weiwei liet bezoekers – met de schoenen uit - lopen over een vloer van zonnebloem pitten, elk afzonderlijk handgemaakt van porselein. De tentoonstelling genaamd Sunflower Seeds was is 2010 te bezoeken in het Tate modern museum in Londen. Ai Weiwei wilde hiermee de bezoekers bewust maken van het ‘Made in China’ fenomeen en de culturele en economische uitwisseling. Het nut van de productie en het transporteren van deze miljoenen met de hand nagemaakte pitten, gebruikt hij om de handel van vele Chinese exportproducten als kleding en schoenen mee uit te drukken. Hij daagde de bezoeker uit om zijn boodschap te voelen. Door het zien en het aanraken van de ontelbare hoeveelheid aan pitten creëerde hij een bepaalde bewustwording van een situatie die ons misschien compleet ontgaat als wij niets vermoedend aan de kassa een nieuw kledingstuk afrekenen. Staan we stil bij de hoeveelheid arbeid die eraan vooraf gaat om de uiteindelijke aankoop ervan mogelijk te maken? En nog belangrijker, vinden we die waarde ook terug in de prijs? Ai Weiwei stelt vragen en laat de bezoeker hierover nadenken door bewust te voelen.

Twee heel verschillende kunstenaars. Roosegaarde gebruikt het fysieke contact om voornamelijk elektronische veranderingen tot stand te brengen. Terwijl Ai Weiwei de aanraking naast het met het oog waarnemen gebruikt om een bepaalde bewustwording te creëren. Beide met als doel om mensen te raken.


Studio Roosegaarde. (z.d.). Projects – Intimacy 2.0. Geraadpleegd op 9 september 2013, van http://www.studioroosegaarde.net/project/intimacy-2-0/
Glamour. (2010). Nieuws. Geraadpleegd op 9 september 2013, van http://www.glamour.nl/fashion/nieuws/gallery/studio-roosegaarde-intimacy
De zeen Magazine. (2010). Sunflower Seeds by Ai Weiwei. Geraadpleegd op 6 september 2013, van http://www.dezeen.com/2010/10/11/sunflower-seeds-2010-by-ai-weiwei/
Tate Modern Exhibitions. (2010). Unilever series Ai Weiwei Sunflower Seeds. Geraadpleegd op 9 september 2013, van http://www.tate.org.uk/whats-on/tate-modern/exhibition/unilever-series-ai-weiwei-sunflower-seeds

Excursieverslag #01 Ik begin bij Boijmans





03 september 2013 - Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam – Beeldende kunst / Design 

Het is dinsdag drie september. Vandaag start ik officieel mijn verdiepingstocht in de kunst- en cultuursector. Ik ben erg benieuwd wat deze periode, het half jaar dat ik de minor kunst en cultuur management ga volgen, mij zal gaan brengen. Of beter gezegd; wat ik er zelf uit zal halen, want niets in deze verdiepingstour zal zomaar komen aanwaaien. Ik ga actief op zoek naar datgene wat mij interesseert, wat ik wil zien, lezen en horen en beleven én tegelijkertijd sta ik open voor alles wat nieuw is en laat ik mij verassen door de voor mij nog onbekende terreinen uit deze branche. YES! Ik sta te popelen!

We trappen de eerste les meteen af met een spontaan bezoek aan het Museum Boijmans Van Beuningen. Een naam die ik inmiddels al wat jaren voorbij heb horen komen tijdens de studie, maar toch liep ik er de deur niet plat. Maar daar komt vanaf vandaag verandering in. Tegelijkertijd een goede manier om in een wat toegankelijkere setting mijn nieuwe studiegenoten te leren kennen.

Met dank aan mevrouw Hefter is ons bezoek gratis. Het normale tarief is €12,50 en voor studenten slechts €6,25. Via de website kom ik te weten dat Museum Booijmans Van Beuningen één van de oudste musea van Nederland is. De collectie tekeningen en prenten behoort zelfs tot de beste ter wereld. Het museum beheert in totaal circa 140.000 objecten op het gebied van oude kunst, moderne en hedendaagse kunst, kunstnijverheid en design. Kunstnijverheid, ook wel toegepaste kunst genoemd is vormgeving van functionele voorwerpen zoals gebouwen, meubels, kleding en dergelijke. In tegenstelling tot de niet-functionele, autonome uitingen van beeldende kunst hebben ontwerpen van kunstnijverheid/toegepaste kunst ook een praktisch nut.[1] Naast de vaste presentatie van de collectie heeft het museum jaarlijks zo’n 25 tijdelijke tentoonstellingen en diverse publieksactiviteiten. Gemiddeld trekt het museum 240.000 bezoekers per jaar. Het artistieke en zakelijke beleid van het museum wordt sinds 2004 gevoerd door directeur Sjarel Ex. [2]   


In de eerste tentoonstellingshal bevinden zich diverse voorwerpen van toegepaste kunst. De stukken tekst op de muren vertellen mij dat de voorwerpen allemaal iets uitstralen van het Rotterdamse karakter. Er staat een boekenkast – schuin -  omdat hij onder één poot leunt op een boek en op een tv komen beelden van schrijver Jules Deelder voorbij. Ik maak hieruit op dat literatuur een aspect is van het Rotterdamse karakter. Wat meteen opvalt is de hoeveelheid aan stoelen. Uiteraard niet de meest doorsnee modellen, maar de één nog creatiever gevonden dan de ander. Manieren om te ‘zitten’ vanuit andere perspectieven genomen, in plaats van het standaard, een zitvlak met rugleuning en vier gelijke poten. Het materiaal lijkt voornamelijk hout. Ik merk dat ik er vluchtig naar kijk en dan oordeel mooi of niet, maar verder doet het me niet veel meer dan dat.

In een andere hal, gericht op het thema; de verlengde blik, hangen foto’s die mij iets vertellen over het kijken zelf en waarnemen. De vier portretten van kunstenaar David Salle zijn mij het meeste bijgebleven. Het zijn portretten van blinde kinderen. Op de achtergrond werd zacht ouderwets muziek gedraaid. Ook de manier waarop de portretten zijn geschilderd deden mij denken aan vroeger. Ik ging het blind zijn bijna associëren met vroeger. Al denk ik niet dat dat de bedoeling was. Ik bleef de gezichten bestuderen en probeerde de gedachten van de vier kinderen te ontrafelen. Fascinerend hoe zij niet terugkeken terwijl ik wel naar hen zat te kijken. Alle vier straalden ze wel een soort tevredenheid uit.
Later lees ik dat de intentie van deze tentoonstelling is om de bezoeker bewust te maken van het kijken zelf. Het kijken/waarnemen wordt genoemd als de basis van het begrijpen van kunst. Ik vind het wel typisch dat dit mijn eerste ervaring is met kunst in mijn verdiepingstocht. Ik besef mij dat ik moet gaan leren kijken naar kunst. Ik heb namelijk veel dingen gezien, waarvan ik eigenlijk niet zo goed weet wat ermee te moeten. Ik kan iets mooi vinden of juist niet, maar dingen die bij mij geen vragen oproepen vind ik al snel niet meer interessant. Ik merk dat iets mij juist boeit als ik zelf moet gaan achterhalen wat het is dat de betreffende kunstenaar mij met een bepaald object probeert te vertellen of duidelijk te maken. Een interessante eerste ontdekking dus.

Als laatste bekeek ik de zalen waar schilderijen uit de vaste collectie ten toon werden gesteld. Veelal kunstwerken uit de geschiedenis. Dit gedeelte sprak mij het minste aan van het bezoek in het museum. De schilderijen toonden allemaal vrij realistische beelden uit bepaalde tijden van vroeger. Portretten van mensen, landschappen of bepaalde gebeurtenissen zoals feesten of een storm op zee. Na het uitvoerig bekijken van de eerste drie schilderijen die ik zag, werd mijn aandacht voor de overige ontelbare objecten van – voor mij – van allemaal hetzelfde had ik het wel gezien.

Door Laura Vooges



[1] Toegepaste kunst (z.d.). Geraadpleegd op 9 september 2013, van http://kunstgeschiedenis.jouwweb.nl/toegepaste-kunst-design
[2] Over het museum (z.d.). Geraadpleegd op 9 september 2013, van http://www.boijmans.nl/nl/374/over-het-museum